100 meter diep.

Het aller diepste gat van Scherpenzeel is 100 meter diep.

Zo’n gat wordt zes keer gemaakt met boringen naar aardwarmte voor de nieuwbouw op de Industrielaan. Aardwarmte is warmte die uit de aarde wordt gehaald.

Door aardwarmte te gebruiken daalt het gebruik van fossiele brandstoffen en de CO2 uitstoot. In principe is die warmte onuitputtelijk en goedkoper. Bovendien is aardwarmte niet afhankelijk van het weer of van de grillen van een olieproducerend land.

De Romeinen gebruikten al water dat geothermisch was verwarmd om mee te koken en zich mee te wassen. In deze gevallen werd er gebruik gemaakt van bronnen die aan de oppervlakte kwamen. In Nederland hebben we zulke bronnen niet en moet aardwarmte dus naar boven worden gehaald. Dat gebeurt door te boren.

In Nederland stijgt de temperatuur per kilometer diepte gemiddeld met zo’n 31 graden Celsius. In sommige gebieden zoals de Noordoostpolder is die temperatuur nog veel hoger en stijgt hij met 45 graden per kilometer diepte.

Om aardwarmte te kunnen gebruiken is echter meer nodig dan alleen maar warmte. De bodem moet namelijk ook water kunnen doorlaten om de aardwarmte te gaan gebruiken. De bodem in Scherpenzeel is hier goed geschikt voor en het nieuwe gebouw kan met de aardwarmte worden verwarmd maar ook gekoeld. Stroom benodigd voor de warmtepompen word betrokken van de zonnepanelen op het dak. In theorie gaan we naar ‘nul-energie-verbruik’, in de praktijk zal dat waarschijnlijk iets tegenvallen.

Delen:
  • Facebook
  • Google Bookmarks
  • email
  • Twitter

Reageer